Winter - Ali Smith

27-12-2021

Vier mensen komen in een kast van een huis in Cornwall samen om Kerstmis te vieren. Twee zussen en een zoon. De vierde persoon is een buitenstaander, een vreemde. Hoewel ze eigenlijk allemaal vreemden voor elkaar zijn. Zullen ze samen de vrede vinden?

Wie Herfst van Ali Smith heeft gelezen, beseft algauw dat de auteur hier op hetzelfde elan verder gaat. De personages zijn niet dezelfde maar de thema's zijn dezelfde gebleven. Ook kunst krijgt hier een prominente plaats. Dit keer is het in de vorm van Barbara Hepworth waarover later meer.

'God was dood: dat om te beginnen.'

Een openingszin die zo uit Charles Dickens 'Kerstvertelling' komt. 'Marley was dood; dat om te beginnen.' De verwijzingen naar Charles Dickens zijn talrijk in het boek. Ali Smith is dan ook een grote fan van Dickens. Alsof ze wil zeggen: Ken uw klassiekers. Ze zijn nog altijd relevant voor onze tijd. Er is troost te vinden in kunst en literatuur. In Groot-Brittannië leeft Dickens natuurlijk nog veel meer dan bij ons. Iets om niet te vergeten. Twee dingen hebben Smith en Dickens gemeen: beiden klagen sociale wantoestanden aan en doen dat met humor. Meer humor dan in het boek Herfst.

Tussen haakjes: dit boek (en ook de andere delen van de alom geprezen Seizoenencyclus) is echt een boek om samen met anderen te lezen. Het liefst met minstens één anglofiel in de leesclub. Eentje die vertrouwd is met de Engelse (klassieke) literatuur en met de Britse geschiedenis. 

Het zit zo vol verwijzingen naar de geschiedenis, de politiek, de maatschappij, kunst, literatuur en menselijk gedrag dat dit boek vraagt om samen met anderen te lezen. 


Alleen zo komen de talrijke verwijzingen tot zijn recht en ontvouwt zich een schitterend juweel. Door het samen lezen met anderen begin ik te houden van deze boeken van Ali Smith.

De boodschap begint treurig genoeg. Want naast God die dood is, is er nog veel meer dood.

'En romantiek was dood. Ridderlijkheid was dood. Poëzie, proza, schilderkunst, ze waren allemaal dood, en kunst was dood. Theater en film waren allebei dood. Literatuur was dood. Het boek was dood. Modernisme, postmodernisme, realisme en surrealisme waren allemaal dood. Jazz was dood, popmuziek, disco, rap, klassieke muziek, dood. Cultuur was dood...'

En zo gaat het nog een pagina door. Het gaat echt niet goed met deze wereld. Later in het boek tikt Arthur op google die woorden in gevolgd door een 'd'. Het wordt door google automatisch aangevuld met het woord dood. Probeer het zelf maar eens. Doodleuk. Of is het eng?

Een van de hoofdpersonages is Sofia Cleves. Een succesvolle topzakenvrouw die na haar pensioen naar Cornwall is verhuisd. Ze woont in een grote villa en is ondanks haar financiële verliezen nog steeds een Korinthische rekeninghouder. Wat betekent dat ze een persoonlijke adviseur heeft bij de bank. Het levert alweer een hilarische scène op waar de toegenomen bureaucratie en hypocrisie van het systeem flink op de korrel worden genomen.

Net zoals in haar andere boeken wisselt Smith heel vlotjes van scènes en vertelperspectief. Wat ik eerst springerig en een kwestie van 'alles aanraken, niets uitwerken' vond, begin ik nu meer te waarderen. Ik ben een grens over en merk dat er zich een schitterende roman ontvouwt.

Sofia Cleves ziet al enkele dagen voor Kerstmis een lichaamloos hoofd in haar huis. Ze praat ertegen en verwaarloost zichzelf. Haar zoon Art (Arthur) komt op bezoek met zijn vriendin Charlotte, die eigenlijk Lux is, om samen Kerstmis te vieren. Ook haar oudere zus Iris arriveert, midden in de nacht, opgetrommeld door Art om Sofia bij te staan. Ook al hebben de twee zussen al dertig jaar niet meer met elkaar gesproken. Iris was immers een activiste. Twee zussen die niet méér van elkaar konden verschillen. Wat brengt hen samen? Wat hebben ze gemeen? Alleen hun verleden, blijkt. Maar ook dat blijkt nog niet zo eenvoudig te zijn. Want al snel wordt duidelijk dat de twee zussen elk hun eigen herinneringen hebben die soms gewoonweg helemaal haaks op elkaar staan. Waarbij Sophia haar zus verwijt om haar eigen waarheid te scheppen. 

'Je tante, mijn zus, Arthur, is een hopeloze mythologisante.'

zegt Sophia tegen haar zoon. Daarmee wordt misschien wel één van de grootste thema's van het boek aangereikt: echt versus nep, waarheid en onwaarheid. 

In het boek Winter trekt Ali Smith van leer tegen het post-Brexit-tijdperk, de toegenomen bureaucratie, de hypocrisie in de politiek, het falende vluchtelingenbeleid, de waarheidsvorming die we in handen leggen van zoekmachines. De vervreemding van mensen die naast elkaar leven zonder elkaars verhalen te kennen. Een falende maatschappij, een wereld in crisis. Is er nog hoop?

Het is winter. Alles verstilt, wordt hard en bevroren. Komt schijnbaar tot stilstand. 

'Dit is wat winter is: een oefening in je herinneren hoe je jezelf moet verstillen en dan hoe je weer flexibel tot leven moet komen.'

Dat is wat winter is. Hij brengt ons een bevroren of gesmolten toestand. We kunnen ons aanpassen en weer tot leven komen.

Kunst kan ons ongetwijfeld helpen. Zal kunst de wereld redden? Zeker niet. Maar kunst kan troosten, helen, steun bieden. Kunst is dan ook alom tegenwoordig in dit boek.

Dit keer is het de beeldhouwster Barbara Hepworth die alle aandacht krijgt. Zij was een van de belangrijkste Engelse beeldhouwsters en leefde van 1903 tot 1975. Ze overleed op 72-jarige leeftijd in Cornwall, St. Ives, bij een brand in haar atelier.

                                                     AndyScott, CC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons

                                                                Sphere with Inner Form (1963) bij de Trewyn Garden, St Ives in Cornwall. 

Een schitterende passage over het ontstaan van de beeldhouwwerken van Hepworth vinden we in deel 2 van Winter.

'Het hoofd was geen hoofd meer. Het had geen haar. Het was helemaal glad. Waar het gezicht was geweest was een oppervlak van gepolijste steen, met een tekening, als marmer.
Het was nu moeilijk te zeggen welke kant boven zou moeten zijn, of welke kant voor - dingen die duidelijk waren geweest toen de vorm die het aannam een hoofd was.
Het was nu vrij van vanzelfsprekendheid.
Het had nu een soort van zelf-symmetrie.
Ze wist echt niet hoe ze het nu moest noemen, hoofd? steen? Het was dood noch hoofd. Het was te zwaar, te massief om nog in de lucht te zweven of die circuskunstjes van tollende salto's te doen.
Ze legde het op tafel. Ze keek ernaar. Ze knikte.
Maar ze had medelijden. Ze wilde niet dat het het koud kreeg.
Ze pakte het weer op, stopte het onder haar kleren tegen de huid van haar buik en hield het tegen zich aan.
Het ronde stuk steen ter grootte van een klein hoofd lag daar, deed niets. Het niets dat het deed was intiem.
Hoe kon iets zo ongecompliceerd zijn?
Hoe kon het, tegelijkertijd, zo mysterieus zijn?
Kijk. Het was niets anders dan een steen.
Wat een opluchting.
Het was wat het begrip opluchting nastreefde en altijd had te bedoelen.'

Een boek om onder de kerstboom te leggen? Ik dacht het niet. Hoewel de Seizoenencyclus aardig de hemel in geprezen wordt, is dit boek toch niet voor elke lezer bedoeld. Het vergt enige mentale flexibiliteit om van dit boek te kunnen genieten. Voor wie graag een boek leest dat net iets anders is dan gewoon en zich kan laten meevoeren buiten de gebaande paden, zal dit boek zeker weten te bekoren.

De vier delen samen zijn voor een aantrekkelijke prijs te koop in de boekhandel.

2018 Website gemaakt door Linda Marie Vermeulen. Alle rechten voorbehouden
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin