Radetzkymars - Joseph Roth

25-06-2020

Joseph Trotta van Sipolje. In de slag bij Solferino in 1859 verrichtte hij een bijzondere daad. Zelf zorgde hij er echter voor dat latere tijden hem vergaten. Over een wereldorde die verging en nooit meer dezelfde zou zijn.

Het was het boek 'Kamer in Oostende' van Koen Peeters dat mij kennis deed maken met een 'onbekende' en 'vergeten' schrijver Joseph Roth en een van zijn succesvolste romans 'Radetzkymars'. Daardoor zette ik de titel 'Radetzkymars' op mijn (lange) 'te lezen'-lijst.

WEETJE:

Wist je dat Joseph Roth in de vooroorlogse jaren (1936-1939) in Oostende verbleef, samen met de rijke schrijver Stefan Zweig? Beiden waren joods en op de vlucht voor het opkomende nazisme in Duitsland. Joseph Roth vluchtte verder naar Parijs waar hij in mei 1939 stierf.


Ik leende 'Radetzkymars' uit de plaatselijke bibliotheek, een verzorgde luxe uitgave van LJ VEEN KLASSIEK met een ingenaaide bladwijzer en blauwgekleurde bladranden. 

Bij toeval beleeft het boek nu een revival door een nieuwe vertaling van Els Snick met prachtige tekeningen van Jan Vanriet en een voorwoord van Geert Mak die trouwens lyrisch is over het boek. 


Ik ook want na het lezen van de bibliotheek-uitgave ben ik meteen naar de boekhandel gerend om de nieuwe vertaling van Els Snick aan te schaffen.

Vanwaar het enthousiasme?

Je hebt ongeveer 10 uur nodig om het boek te lezen (verteltijd) maar de vertelde tijd is veel langer. Het boek begint in het jaar 1859 met de Slag bij Solferino en eindigt in 1916 tijdens de Eerste Wereldoorlog. De Slag bij Solferino was een interessante en beslissende slag en alleen daarom onze aandacht waard. De veldslag duurde meer dan negen uur en werd uitgevochten in een gebied rondom de Italiaanse dorpen Solferino en San Martino della Battaglia, ten zuiden van het Gardameer. Het boek verhaalt over het geslacht Trotta, vier generaties die samenvallen met de lange regeringsduur van keizer Franz Joseph.

Het was de laatste oorlog 'oude stijl'. 

Een alliantie van Frankrijk, onder Napoleon III en het Sardijnse leger onder Victor Emmanuel II stonden tegenover het Oostenrijkse leger dat onder leiding stond van keizer Franz Joseph I. Meer dan tweehonderdduizend soldaten vochten en de drie staatshoofden bevonden zich te paard tussen de legers en voerden ze aan, op slechts enkele kilometers afstand van elkaar. Dit is nu niet meer denkbaar.

Hier op het slagveld van Solferino in het jaar 1859 begint onze roman. Grootvader Trotta redt (bij toeval) het leven van de nog jonge keizer Franz Joseph en wordt in de adelstand verheven. Vanaf nu is het kapitein Joseph Trotta van Sipolje, van de orde van Maria Theresia, de hoogste van alle onderscheidingen. 

We leven nog onder het Habsburgse rijk, die modelstaat en dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije. Een wereld van orde en hiërarchie, van militaire macht, van uniformen en kwastjes. Waar uiteindelijk 'Schein' belangrijker was dan 'Sein'.

De nederlaag van de Oostenrijkers bij de Slag van Solferino is het begin van het einde. Wat het hoogtepunt is voor luitenant Trotta is het begin van de neergang van een imperium.

Wanneer Trotta in het eerste leesboek van zijn jonge zoon het verhaal leest over 'Franz Joseph de Eerste in de slag bij Solferino' is hij onthutst over de leugen. Zo is het helemaal niet gegaan. Er staat dat hij 'op een vos, een met zweet bedekte vos, aan kwam stormen om de monarch te redden' - hij die nooit bij de cavalerie heeft gediend - en hij eist een officiële rechtzetting. Hij kan niet leven met een leugen.

Hij vraagt ontslag uit het leger en het verhaal wordt geschrapt uit de lesboeken. Zo wordt zijn heldendaad vergeten. Daar heeft hij zelf voor gezorgd. Maar zijn kleinzoon groeit op in zijn schaduw.

'Hij leefde in de schaduw van zijn grootvader! dat was het! Hij was de kleinzoon van de held van Solferino, de enige kleinzoon. Hij voelde de donkere, raadselachtige blik van zijn grootvader in zijn nek. Hij was de kleinzoon van de held van Solferino!'

'De erfenis van zijn grootvader, de plicht om het leven van de keizer te redden, had in hem geleefd. Als je een Von Trotta was, redde je onophoudelijk het leven van de keizer.'

Zo voelt Carl Joseph, de kleinzoon, en waarover het grootste deel van het boek gaat, de druk van het verleden. Tegelijk verdwijnt de wereld die hij kent meer en meer. En samen met de neergang van het rijk, begint ook zijn eigen aftakeling. Zijn persoonlijke teloorgang als metafoor voor de aftakeling van het rijk. Hij zoekt zijn heil in gokken, alcohol en vrouwen. 

Het boek laat zich nog het best vergelijken met 'De Buddenbrooks' van Thomas Mann. De neergang van de Trotta's komt overeen met de aftakeling van de Buddenbrooks, de rijke en hooghartige koopmansfamilie uit Lübeck. Zelfs met 'De Toverberg' van dezelfde auteur gaat de vergelijking op. Want in 'De Toverberg' beschrijft Thomas Mann de achteruitgang en verval van de bourgeoisie in de periode vlak voor de Eerste Wereldoorlog.

Joseph Roth hield van zijn vaderland. In 1932 schrijft hij op 17 april:

'Een gruwelijke wens van de geschiedenis heeft mijn oude vaderland, de Oostenrijks-Hongaarse monarchie, in puin gelegd. Ik hield van dat vaderland, dat mij toestond tegelijkertijd een patriot en een wereldburger te zijn, een Oostenrijker en tegelijkertijd een Duitser onder alle Oostenrijkse volkeren.'

En in Radetskymars is de trots nog aanwezig, de grandeur, de grootse waarden zijn nog zichtbaar. Maar voor wie goed wil kijken, zijn de barsten en scheuren al duidelijk te zien. 

De kapitein die na zijn heldendaad in de adelstand is verheven, met een hoge onderscheiding is begiftigd en nu rondloopt in de verheven gunst van de keizer, is plotseling vervreemd van zijn eigen vader. Zijn grootvader was nog een kleine boer geweest, zijn vader een eenvoudige wachtmeester van de gendarmerie in het zuidelijk grensgebied van de monarchie.

De kloof tussen de adel en niet-adel is niet te overbruggen. Kapitein Trotta zal zijn vader nooit meer zien, tot bij zijn dood, vijf jaar later. Gescheiden door een berg militaire rangen. 

Hoewel hij een man in de bloei van zijn leven was, werd hij snel oud. Verdreven was hij uit het paradijs van het eenvoudige geloof in keizer en deugd, waarheid en recht, en geketend in dulden en zwijgen besefte hij waarschijnlijk dat sluwheid de toestand van de wereld, de kracht van de wetten en de glorie van de keizer waarborgde.'

Hij wordt verheven tot baron, ontvangt een royale som geld om de opleiding van zijn zoon te bekostigen en de eeuwigdurende gunst van de keizer, maar het paradijs is verdwenen. Hij is eruit gezet. 

HET PORTRET 

Daarna begraaft kapitein Trotta zijn schoonvader, een paar jaar later zijn eigen vrouw die snel, zonder afscheid te kunnen nemen aan een zware longontsteking overlijdt. Hij brengt zijn zoon onder op een kostschool in Wenen en bepaalt dat de jongen geen militair mag worden. En vaders wil is wet. Wanneer de zoon in een zomervakantie weer thuis komt, brengt hij een vriend mee. Hij portretteert baron Von Trotta.

De baron is heel opgezet met het portret en kijkt er vaak naar.

'Hij leerde voor het eerst zijn gezicht kennen, hij voerde soms stille gesprekken met zijn gezicht. Het wekte in hem ongekende gedachten, herinneringen, ongrijpbare, snel vervagende schaduwen van weemoed. Hij had het portret nodig om zijn vroege ouderdom en zijn grote eenzaamheid te beseffen, uit het beschilderde doek stroomden ze hem tegemoet, de eenzaamheid en de ouderdom.'

In een maatschappij waar alles draait om rang en stand en het portret de man toont die het leven van de keizer heeft gered. Voor altijd verbonden met de keizer. Maar wat betekent dat voor de latere generaties?

Wanneer kapitein Von Trotta sterft, laat hij alleen zijn grafsteen na, vergeten roem en het portret. Het portret zal overgaan van vader op zoon op zoon. 

Het portret als symbool van de oude waarden, de keizer, de onaantastbaarheid van de dubbelmonarchie, de vastigheid en duurzaamheid ervan. Tegelijk was het een maatschappij die langzaam uiteen viel.

Zoals de grootvader naar het portret keek, kijkt ook de kleinzoon naar het portret. 

Zo komt het portret van de keizer ook veel in het boek voor. Overal kijkt de keizer mee, vanuit zijn harde ogen van blauw porselein. Van de muur in het casino tot de muur in een donkere hoek van het bordeel waar het portret bespat is met vliegenpoep. De keizer, oneindig ver weg en toch ongelooflijk dichtbij.

DE RADETZKYMARS

Een ander leidmotief dat door het hele boek geweven is, is de Radetzkymars. Want wie kent niet de Radetzkymars waarmee het Wiener Philharmoniker traditioneel het nieuwjaarsconcert afsluit? Het is een mars die gecomponeerd werd door Johann Strauss senior ter ere van veldmaarschalk Josef Radetzky, graaf von Radetz, na zijn overwinning in de Slag bij Custoza. 

De soldaten marcheerden terug naar Wenen en zongen daarbij het Tienerl-lied. Toen Johann Strauss het hoorde, was een onsterfelijke mars geboren.

Elke dag speelt de militaire kapel onder het balkon van het districtshoofd de Radetzkymars. Muziek om op te sterven, vindt Carl Joseph.

'Het beste kon je voor hem sterven bij militaire muziek, het gemakkelijkst bij de Radetzkymars. De snelle kogels floten Carl Joseph in marstempo om de oren; zijn blanke sabel flitste en, hart en hoofd vervuld van de heerlijke snelheid van de mars, verzonk hij in de trommelende roes van de muziek, en zijn bloed sijpelde in een donkerrode, smalle streep over het fonkelende goud van de trompetten, het diepe zwart van de pauken en het triomfantelijke zilver van de bekkens.'

De macht van het oude rijk op de tonen van een mars.

'Heel de majestijtelijke macht van het oude rijk trok aan zijn ogen voorbij. De luitenant dacht aan zijn grootvader, de held van Solferino, ook aan het onwankelbare patriottisme van zijn vader, die vergeleken kon worden met een kleine maar sterke rots te midden van de steile bergen van de Habsburgse macht. Hij dacht aan zijn eigen heilige plicht om voor de keizer te sterven, elk moment, te water, te land en ook in de lucht, met andere woorden, overal.'

Uiteindelijk zal luitenant Trotta, de kleinzoon, sterven op het slagveld op de eerste trommelmaten van de Radetzkymars.


Joseph Roth was journalist en schrijven kan hij. Hij gebruikt veel bijvoeglijke naamwoorden, mooie beelden, met humor en nostalgie. Daarbij staan er ook mooie omschrijvingen van het weer en de natuur in het boek. Dit boek is prachtig geschreven en biedt een uniek kijkvenster op een wereld die nu niet meer bestaat, gezien door de ogen van luitenant Trotta. Hij schrijft over de gebaren, de uniformen, de gedragscodes, de schijnheiligheid en over wat er omgaat in het hoofd en de gevoelens van de hoofdpersonen.


Luister hier naar de podcast 'Zomerhuis met boeken' van Radio 1 over Waarom Radetzkymars zo een geweldig en actueel boek is.



2018 Website gemaakt door Linda Marie Vermeulen. Alle rechten voorbehouden
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin