Machines zoals ik - Ian McEwan

27-06-2019

Een meeslepend dystopisch verhaal in het Londen van na de Falklandoorlog: Thatcher is aan de macht en Alan Turing bereikt een beslissende doorbraak in de artificiële intelligentie. 

Moeten we bang zijn voor artificiële intelligentie? Pikken robots straks al onze banen in? Zullen robots slimmer worden dan wij? Veel mensen denken van wel en robotica en AI zijn vandaag een hype in technologieland. Wat is het dat ons onderscheidt van computers? Wat is het verschil tussen kunstmatige en menselijke intelligentie?

In zijn nieuwe boek onderzoekt Ian McEwan deze fundamentele vraagstukken in mooie zinnen waarin hij vaak dingen tegenover elkaar stelt en doet nadenken. Hij koppelt morele kwesties aan robots. 

Het verhaal wordt verteld door de werkloze Charlie. Hij is eenzaam, leeft in betrekkelijke armoede, is pover gehuisvest en heeft matige vooruitzichten. Alan Turing heeft een grote doorbraak bereikt op het gebied van artificiële intelligentie en de kunstmatige mens is een feit. Van een onverwachte erfenis koopt Charlie voor 86000 pond een androïde Adam. Er zijn dertien Eva's en twaalf Adam's op de markt gebracht. Voor een Eva was hij te laat.

'Uiteindelijk zat hij naakt aan mijn minuscule eettafel, met de kartonnen en piepschuim verpakking om zijn enkels verspreid en zijn ogen dicht, terwijl er een zwart snoer van het contactpunt in zijn navel naar een dertienampère stopcontact in de muur liep. Het zou zestien uur duren om hem aan de praat te krijgen. En dan nog de downloadsessies van updates en persoonlijke voorkeuren.'

Charlie is verliefd op zijn bovenbuurvrouw Miranda, een studente die een verschrikkelijk geheim met zich meedraagt. Samen raken ze verwikkeld in een gecompliceerde driehoeksrelatie met Adam.

Toch is dit niet het zoveelste sciencefictionboek. 


De schrijver plaatst het verhaal in de herfst van de twintigste eeuw, meer precies in het jaar 1982 in Londen waarbij gebeurtenissen en personen uit die tijd de revue passeren maar het anders afloopt, een parallel universum. Ian McEwan speelt met de scheidingslijn tussen feit en fictie.

Het onderstreepte voor mij ook een grote waarheid: alles had ook anders kunnen zijn. Dit geldt in ons persoonlijke leven en ook op macroschaal.

Zoals de schrijver zegt op pagina 79 :

'Het heden is het zwakste van de onwaarschijnlijke constructies. Het had anders kunnen zijn. Elk onderdeel ervan, of het geheel, zou anders kunnen zijn. Geldt voor de kleinste en grootste (weer een tegenstelling) zorgen...'

Verschillende ingrediënten voor een spannend boek: Charlie, een mens als wij, Adam een bijna wij-mens en samen met Miranda ontstaat al heel snel een gecompliceerde relatie in het ongewone huishouden. Een verschrikkelijk geheim, een rechtszaak en een veroordeling. De kleine Mark die zijn intrede doet in het gezinnetje, er dansend uit verdwijnt en in de molen van opvanggezinnen en maatschappelijk werkers terechtkomt.


De ene verhaallijn kan natuurlijk niet zonder de ander. Toch kon het boek mij niet helemaal bekoren

Ondanks de mooie zinnen en schoonheid van taal is het geen hapklare brok. Het lijkt wel een combinatie van kunstmatig mooie zinnen en een kronkelig plot met veel (politieke) uitweidingen, veel ideeën en te weinig uitgewerkt. De ontwikkeling van de personages Charlie en Miranda blijft vrij vlak. De echte hoofdpersoon in het boek is de androïde Adam.

Toch is het een rijk boek. Een boek met diepgang dat de lezer aanzet tot nadenken.


2018 Website gemaakt door Linda Marie Vermeulen. Alle rechten voorbehouden
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin