De weg naar zee

05-12-2018

Ik heb een dun boekje gelezen. Een juweeltje ontvouwde zich.
Een bijzondere roman over een moeder die heel ver gaat in haar liefde voor haar dochter en haar zoektocht naar het perfecte leven.

'If they say why, why,
Tell' em that it's human nature

                        MJ

Deze tekst uit het lied 'Humans nature' van Michael Jackson vat perfect samen waar de hoofdpersoon in het boek wanhopig nood aan heeft maar niet toe komt: loslaten van het beeld van perfectie in het hoofd van zichzelf en anderen en komen tot acceptatie van wat is.

Laat het los

'Ze zijn op weg naar zee. Dat houdt ze zichzelf voor. Nee, dat zijn ze ook.'

Zo begint deze bijzondere roman van Elke Geurts.

Elke Geurts schreef eerder Het besluit van Dola Korstjens (2008), dat lovend werd ontvangen, en Lastmens (2010). Haar debuut werd door NCR Handelsblad verkozen tot een van de beste boeken van 2008 en beide boeken werden veelvuldig genomineerd voor literaire prijzen, waaronder de Gouden Boekenuil, de BNG Literatuurprijs en de Anna Bijns Prijs.

De weg naar zee is haar derde roman.

De weg naar zee is lang en beklemmend. De gevoelens waarmee Tessa, de veertigjarige mama van Summer worstelt, komen geleidelijk aan naar boven en in het volle daglicht te staan. De beklemming en de spanning groeit naar het einde toe tot een grimmige climax.

Het is zomer en Tessa huurt samen met haar vriendin Gina - die bijna haar tegenpool is - een vakantiehuisje in de duinen. Beiden hebben een dochter van zeven jaar. Milja is 'normaal' en Summer niet. Een pyromaan in de buurt blakert het landschap zwart en op een dag besluit Tessa met haar dochter te voet een tochtje naar zee te maken door het mulle zand in het kerkhof van het verbrande duinlandschap. Onderweg overpeinst ze haar zeven jaar met Summer.overvalt haar het gevoel van mislukking en teleurstelling. Ze heeft er alles aan gedaan om haar dochter te maken tot de perfecte versie van haar zelf: haar kleine Mini Me. 

Toch overvalt haar het gevoel van mislukking en teleurstelling. 

Houdt ze echt van haar dochter of niet?

Vanaf de eerste pagina kreeg ik het gevoel dat haar dochter anders is dan andere kinderen:

'Daarbovenop ligt haar dochter. Breeduit. Uitpuilend. Pal in de zon. Ze trekt de bolderkar door het hete zand. Het is zomer. Te veel zomer... Summer is zwaar als een betonblok. Altijd al. Zodra ze vervoerd wordt, slaapt ze. Ook al is ze inmiddels zeven.
 Ze kan zich bij mij goed ontspannen, denkt ze, van iedereen op de wereld voelt ze zich het veiligst bij haar moeder. Ik moet dat als een compliment opvatten.'

Het duurt heel lang in het boek vooraleer het syndroom van Down valt en wordt benoemd - als lezer lees je het al vlug tussen de regels - maar Tessa kan het niet accepteren. Ze ziet haar dochter als haar kleine Mini Me en is krampachtig bezig om van haar dochter de beste versie van zichzelf te maken net als de moeizame weg door het zand naar zee met de loodzware bolderkar. De weg is troosteloos. Een pyromaan is s' nachts actief in de duinen en het levert een moeizame tocht op langs zwartgeblakerde duinen en boomstammen. De weg is ook eenzaam. Papa Dylan aanvaardt zijn dochtertje zoals ze is maar hij wordt een vreemde voor Tessa. Een vriendin die haar wil helpen, wordt afgesnauwd. Ze projecteert haar eigen gevoelens van afwijzing en niet aanvaarden op die van haar ouders en mensen in haar omgeving.

Het gevoel van mislukking neemt toe.

Je voelt de tweestrijd en het beklemmend gevangen zijn in tegenstrijdige gevoelens.

'Het is dus mislukt, dacht ze. s' Nachts in de ziekenhuisdouche boende ze het bloed eraf, dat tegen haar benen kleefde. Daarna was ze schoon. Er was niets gebeurd. Ze kon de douche dichtdraaien en weglopen. Dit meisje vergeten. Een nieuwe maken, een betere. In het holst van de nacht het ziekenhuis verlaten.
 Dat deed ze niet, natuurlijk niet. Ze was moeder.'

'Tegelijk met haar dochter was de pijn gekomen en ze wist meteen dat die niet meer weg zou gaan. De pijn zou groter worden, net als het kind. Totdat ze het niet meer zou houden. Ergens was een grens...'

Tessa gaat zo ver dat ze tegen een Down-moeder ontkent dat Summer haar dochtertje is. Op de vraag 'Kom jij ook bij de Down-moeders? Dat is echt een heel gezellige club', antwoordt ze:

'Ik hoor daar natuurlijk niet bij.' Ze glimlachte. 'Ik ben geen echte. Ik heb haar geadopteerd omdat ze door haar familie verstoten werd. Zo zijn die Indiërs. Heel bijgelovig.'

 'Is zij Indisch.' Ze bekeek Summer.'

Op een gegeven moment begint ze echt te geloven dat haar dochter helemaal normaal is maar opgesloten zit in het lichaam van iemand met alle uiterlijke trekken van het Downsyndroom.

'Zo bizar was het misschien niet. Het leek in eerste instantie vreemd, maar in wezen viel het best mee. Haar dochter was verkeerd ingepakt. Ze droeg een slecht ontworpen jasje. Het verkeerde omhulsel. Kon gebeuren. Moest rechtgezet worden. Dat was alles.
 Het ging er echt niet om dat Tessa iets tegen zulke mensen had, want dat had ze niet, helemaal niet, ze mochten net zo goed bestaan, het ging er voor haar alleen maar om dat het syndroom niet bij haar dochter hoorde.'

'Op slechte dagen werd ze er moedeloos van, maar op dagen dat ze zich sterk voelde wist ze dat ze haar meisje op een dag - hoe dan ook - uit de verpakking zou bevrijden. Het was verdomme háár kind. De verantwoordelijkheid lag bij Tessa. Ze had er alles voor over om te zorgen dat Summer kon worden wie ze echt was.

 Ze moest dezelfde kansen krijgen als iedereen. Daar had ze recht op. Op deze manier zou de wereld haar geen enkele kans geven.'

En zo blijft ze vechten. 

Tijdens het lezen van het boek had ik zin om tegen haar te roepen

 'Laat het los, laat het los.'









2018 Website gemaakt door Linda Marie Vermeulen. Alle rechten voorbehouden
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin