De jongen die het paard van Attila stal

30-10-2018

Een beklemmend boek dat veel vragen onbeantwoord laat maar heel mooi geschreven is.

De titel intrigeerde mij en zette mij aan om het boekje te lezen.

Een jongen die het paard van Attila stal, is wel moedig, dacht ik. Mijn belangstelling was gewekt.

'Onmogelijk om hieruit te komen,' zegt hij. En ook: 'Maar we komen eruit.'

Zo begint deze beklemmende novelle van Iván Repila. De ruimte waarin het verhaal zich afspeelt is heel beperkt: een zeven meter diepe put. Twee broers zitten vast in een diepe put. Hun namen komen we nooit te weten, de Grote en de Kleine worden ze genoemd, en ook niet hoe oud ze zijn.

De Grote is rationeel en optimistisch, de Kleine is gevoelig en somber. De Grote houdt zich bezig met gediciplineerd gymnastiekoefeningen te doen, de Kleine zoekt het in de fantasie en de verbeelding. Het verschil tussen de twee kan niet groter zijn.

In de diepe put worden ze gekweld door honger, dorst, slecht weer en ziekte. De Kleine is stervende en de Grote doet er alles aan om hem in leven te houden. Ze eten insecten en wormen en doen er alles aan om de waanzin de baas te blijven. De Grote houdt de touwtjes strak in handen: hij gaat over de voedselverdeling en bedenkt een plan om de Kleine te bevrijden.

Het verhaal is knap geschreven met pakkende beeldspraak en veel fantasie, vooral als de Kleine begint te dromen van de koorts. De ellendige situatie van de twee broers is gedetailleerd beschreven: het is luguber en schokkend tegelijk: de kronkelende wormen en larven waarmee ze zich voeden, de vogel die begint te ontbinden waarvan ze dan de vliegen en larven eten, de hallucinaties, de scheldwoorden, de les in het leren doden door razernij, vastberadenheid en pure verrotting tot moord. De Kleine droomt dat hij zijn moeder opeet, dat hij zijn broer vermaalt tot pulp. Niet voor gevoelige lezers dus.

Leuk is dat de zesentwintig korte hoofdstukken genummerd zijn volgens de priemgetallen, naar het aantal dagen dat ze in de put zitten opgesloten zitten. 

Zo begint hoofdstuk drie met 'Op de derde dag hebben ze een routine ontwikkeld.' En hoofdstuk zeven begint met 'Ze zitten een week in de put en horen een nieuw geluid.' En hoofdstuk elf zegt 'Vier dagen lang schroeit de zon de velden.' Voeg bij de week vier dagen en ze zitten elf dagen in de put.


Maar waarover gaat het allemaal?

Dat wil ik ook weten. 

'Het boek bezit een indrukwekkende metaforische kracht, waarbij de put staat voor onze kinderlijke angsten.' - Le Monde

Met die beschrijving op de achterkant van het boek in gedachten ben ik aan het lezen begonnen. Maar over welke kinderlijke angsten gaat het? Het ziet er niet naar uit dat de kinderen een thuis hebben om naar toe te gaan. Dat zegt al iets over de relatie met hun moeder. Hun moeder is ook niet naar hen op zoek. We weten ook niet hoe ze in de put terechtgekomen zijn. Het lijkt iets te maken te hebben met de mama.

'Het eten in de tas is voor mama,' zegt hij en zijn stem klinkt scherp.

'Dood haar voor wat ze ons heeft aangedaan,' zegt de Grote. En ook: 'Denk eraan dat zij ons hierin heeft gegooid. Je zult niet meer van haar houden.'

Op het einde doodt de Kleine de moeder. 


's Nachts komt er ook soms een vreemde figuur kijken boven de rand van de put. En wat betekenen de wolven die over de rand komen kijken?

Of gaat het over het te snel opgroeien en te snel volwassen worden? Die ontwikkeling is goed te volgen bij de twee broers. Het zijn nog kinderen en eenvoudige plattelandsjongens maar gaandeweg vormen zich dialogen en monologen waar een bejaarde filosoof nog jaloers op kan zijn. 

'Ik wil dat je begrijpt dat ik niet bang ben om dood te gaan, ik leef niet met het idee dat er aan alles een einde komt. Er zijn momenten in het leven dat de omstandigheden om een radicale daad vragen, dat een uitzonderlijke opoffering de enige uitweg is, en daarin kan ik me schikken. Maar wat ik niet zou kunnen verdragen is jou te zien opgroeien in een troosteloze omgeving, zoals deze put. Een plek waar je uit pure onverschilligheid van de beschaving niet in vrede kunt sterven, een kerkhof waar je verdort als een bloem die nooit vrucht zal dragen. Het idee dat jij dood zal gaan, is wat de wereld zo klein maakt.

'Het kan me niet schelen. Het leven is prachtig, maar leven is ondraaglijk. Ik zou het bestaan willen beperken, ik zou gedurende een hele eeuw slechts één lang woord willen uitspreken en dat zou mijn ware testament zijn.' 'Een testament, voor wie dan?' 'Voor degenen die het begrijpen.'


Of is het verhaal een politieke allegorie op mondiaal vlak of op economisch vlak in Spanje? De quotes aan het begin van het boek schijnen dit sterk te suggereren. 

'In een vrije markteconomie zijn arme landen - en arme mensen - niet arm omdat de andere rijk zijn. Als de anderen minder rijk waren, zouden de armen naar alle waarschijnlijkheid nog armer zijn.

                                                                  - Margaret Thatcher

'In tijden van chaos kwam ik in de steden,     toen er honger heerste.

In tijden van opstand begaf ik me onder de mensen en rebelleerde met hen.                          Zo bracht ik de tijd door                                        die mij op aarde gegeven was.

                                                                                 - Bertolt Brecht

Met deze quotes verwijst de schrijver naar ongelijkheid en rebellie.

Verschillende uitspraken en elementen in het verhaal verwijzen naar ongelijkheid.

'Terwijl hij bedenkt dat de zwakkeren altijd de eersten zijn die bloeden, observeert hij zijn broer...'

'De voedselverdeling is totaal ongelijk, de Grote eet tachtig procent van wat zijn broer heeft verzameld, waardoor er voor de Kleine amper een worm, een paar insecten en twee of drie plantenwortels overblijven.'

De grote broer neemt de touwtjes strikt in handen en gaat over de ongelijke voedselverdeling want hij is sterk en zijn broer is klein. Tegelijk zijn solidariteit, zorgen voor en beschermen ook thema's in deze  novelle.

'Ik ben de sterke. Jij hoeft er alleen maar voor te zorgen dat je blijft leven. Als er iets gebeurt, als het koud is, als je bang bent of als we door een dier worden aangevallen, zal ik je beschermen. Ik ben je grote broer. Probeer maar wat te slapen.'

Ook de verwijzingen naar rebellie zijn aanwezig in het verhaal:

'Als we boven zijn geven we een feest.'

'Een feest?'

'Ja.'

'Met ballonnen en lampjes en taart?'

'Nee. Met stenen, fakkels en schavotten.'

'De afgelopen dagen waren erg vreemd voor hem vanwege de schaamte die uit al zijn poriën stroomde waardoor hij glibberig werd voor de mensen om hem heen. Op de onverharde wegen, bij de door wanhoop geteisterde fabrieken, de kopermijnen, de door onderdanigheid verpeste steden, overal werd ruim baan voor hem gemaakt. ... En toch deelde de menigte die schaamte, het obscene van jarenlange afstomping, en zwijgend begonnen ze hem te vergezellen, als een onaantastbare karavaan, een ongeregelde groep mannen en vrouwen die hun kooien verlieten.

En zo eindigt dit mooi geschreven boek:

'En terwijl de sluisdeuren van de nacht zich boven hem sluiten, het einde van een duistere periode aankondigend als een bosje beloften dat uit zijn borst ontspruit en na zijn dood zal blijven groeien, beraadslaagt hij of hij de touwen zal doorsnijden en zich zal laten vallen zodat zijn nagedachtenis onder de seizoenen zal worden bedolven, of dat hij uiteindelijk beter het rottende lichaam van zijn broer omhoog kan halen en neerzetten als een symbool van onverzettelijkheid, opdat zijn verjaardag de duisternis verlicht met een siddering van voetgeroffel en lawaai en we morgen uit deze rampzalige droom ontwaken om woedend als een wassende zee de muren die ons tot zwijgen brachten omver te halen, onze plaats op te eisen en het woord te nemen.

Het is geen boek met een goede afloop. Hier wordt sterk gesuggereerd dat de grote broer dood is en tegelijk houdt het een belofte in van hoop. Het is een hoopvol einde. Dat mensen ontwaken uit de rampzalige droom waarin deze wereld zich bevindt en de mensen om woedend als een wassende zee de muren die hen deden zwijgen omver te halen, onze plaats op te eisen en het woord te nemen. 


En wat is er nu met die titel?

'De jongen die het paard van Attila stal', een originele titel, dat wel.

Vaag deed de naam Attila een belletje rinkelen. Even Googelen leerde mij dat Attila de heerser van de Hunnen was en leefde van circa 406 - 453 v. Chr. Hij was de leider van een rijk dat zich uitstrekte van de Oeral tot de Rijn en van de Donau tot de Oostzee.

Er heerste veel angst voor de Hunnen en Attila in het bijzonder. Een gezegde luidde 'Waar Attila is langs gekomen, groeit geen gras meer' en hij werd de 'Gesel Gods' genoemd.

'Je moet weten, beste broer, dat ik de jongen ben die het paard van Attila stal om een paar schoenen van zijn hoeven te maken, en er zo voor te zorgen dat het gras nooit meer zou groeien op de plekken waar ik liep. Veel slechte mannen vreesden mij als een gesel Gods, omdat ik tijdens mijn lange wandelingen over de hele wereld hun land en zaaigoed liet verdrogen.'

'Deed je dat in je eentje?'

'Met de Hunnen.'

'Wie zijn dat?'

'De soldaten van Attila. Toen hij stierf, sneden velen van hen stukken vlees uit hun lichaam. Ik mis ook stukken vlees, maar dat zie je niet omdat het vanbinnen is.'

De Kleine is weer aan het ijlen. 

Op het einde van het boek lijkt het alsof de Kleine toch het een en ander in gang zet. Zo wordt hij een soort Attila, een soort Messias die de wereld nodig heeft. De mensen verenigen zich achter hem en werpen de ketenen van zwijgen af. Ze nemen het woord en eisen hun plaats op. Een soort mondiale rebellie als het begin van een hopelijk betere wereld zonder ongelijkheid en schrijnende armoede.

Het is alleszins een knap geschreven verhaal dat rijk is aan reflecties en interpretaties die aan de lezer worden overgelaten.


Een interessante recensie over het boek vind je hier:

https://www.enola.be/meer/boeken/28090:ivan-repila--de-jongen-die-het-paard-van-atilla-stal

2018 Website gemaakt door Linda Marie Vermeulen. Alle rechten voorbehouden
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin