De generaal in zijn labyrint

24-01-2019

Vergeet de lessen geschiedenis op school en lees over de laatste maanden van de legendarische bevrijder van Spaans-Amerika, generaal Simón Bolívar.

Deze roman bracht heftige beroering en opwinding in heel Colombia teweeg. Maar hoe kwaad de historici zich ook maakten, een voor een haasten ze zich te melden dat het boek natuurlijk wel prachtig geschreven is. Gelijk hebben ze.

'Het is of de duivel mijn hele leven bestuurt.'

Simón Bolívar, brief aan Santander, 4 augustus 1823

Dit boek beschrijft de zeven laatste maanden van generaal Simón José Antonio de la Santísma Trinidad Bolívar y Palacios of korter Simón Bolívar. 

'Dit was het einde. Generaal Simón José Antonio de la Santísma Trinidad Bolívar y Palacios vertrok definitief. Hij had een imperium vijfmaal zo groot als Europa aan de Spaanse overheersing ontrukt, hij had twintig jaar oorlogen gevoerd om het vrij en verenigd te houden en tot de vorige week had hij het met vaste hand bestuurd, maar op het moment dat hij vertrok moest hij zelfs de troost ontberen dat men hem geloofde. De enige die schrander genoeg was om te beseffen dat hij werkelijk ging en waarheen hij ging, was de Engelse diplomaat die zijn regering in een officieel rapport schreef: 'De tijd die hem rest zal amper toereikend zijn om in het graf te komen.'

Bolívar is uitgeput, eenzaam, ziek, teleurgesteld en verguisd. Gabriel García Márquez beschrijft de laatste zeven maanden van zijn leven. Hij heeft afstand van de macht gedaan en zich met zijn vertrouwelingen ingescheept voor een gevaarlijke tocht van Santa Fe de Bogotá, de hoofdstad van Colombia, langs de schilderachtige rivier de Magdalena naar de havenstad Cartagena de Indias aan de Caribische kust. Vandaar wil hij met een zeilschip naar Europa vertrekken, maar eigenlijk hoopt hij nog steeds dat hij zal worden teruggeroepen.

De kaart op pagina zes van het boek over zijn laatste reis in 1830 is hierin zeer handig en heb ik geregeld geraadpleegd tijdens het lezen.

Tijdens de tocht komen in steeds terugkerende koortsaanvallen de herinneringen boven aan zijn glorieuze overwinningen en zijn talloze geliefdes.

De schrijver

De schrijver is niemand minder dan de Colombiaanse auteur Gabriel García Márquez die voor zijn hele oeuvre de Nobelprijs voor Literatuur heeft ontvangen. Op 17 april van het jaar 2014 is hij overleden. Het werd tijd dat ik een boek van hem las. Tot nu had ik dat nog nooit gedaan.

Het boek is in de verleden tijd en in het HIJ-perspectief geschreven. Dat maakte dat ik het mij allemaal goed kon voorstellen. 

De zinnen zijn gedetailleerd beschreven, vaak tamelijk lang. Met aandacht lezen is de boodschap. 

In het hele boek regent het, altijd slecht weer en hoe slechter de Generaal hoe slechter het weer.

Het boek begint met José Palacios, zijn oudste dienaar en persoonlijke bediende, die hem in bad aantrof en even dacht dat hij verdronken was. 

Het boek is een soort reisverslag waarin je door flashbacks tijdens koortsaanvallen van de doodzieke generaal inzicht krijgt in belangrijke gebeurtenissen uit het verleden, getriggerd door oude bekenden die de generaal weer ontmoet of voorwerpen. Soms is het ook in dialoog met zijn bediende José Palacios. Zo krijg je ook meer inzicht in hoe bepaalde moeilijke relaties tussen de Generaal en anderen mensen zich hebben ontwikkeld.

Er worden veel personages in het boek opgevoerd. Handig is om een lijstje te maken met de namen en het 'Wie is wie?' lijstje tijdens het lezen te raadplegen. Ik kon het lijstje goed gebruiken.

De belangrijkste personages

De hoofdpersoon is natuurlijk Simón Bolivár, de Generaal zoals hij steevast in het boek wordt genoemd. De Generaal is doodziek, slechts een schim van wie hij vroeger was. Hij wil het land verlaten om naar Europa te gaan maar hij zal het geboorteland niet meer levend verlaten. 

'Maanden geleden... had hij ontdekt dat hij naarmate zijn gewicht afnam ook kleiner werd. Zelfs zijn naaktheid was anders, want zijn lichaam was bleek en zijn hoofd en zijn handen waren als het ware verschroeid door het meedogenloze klimaat. In juli van dat jaar was hij zesenveertig geworden, maar zijn stugge Caribische krulhaar was al asgrauw en zijn botten zaten scheef door het vroegtijdige verval, en hij bood zo'n uitgeteerde aanblik dat het er niet naar uitzag dat hij volgend jaar juli zou halen.'

Hij is doodziek aan de ziekte (malaria?) waaraan hij zou sterven. Maar hij weigerde dat toe te geven en hij dacht niet aan zijn einde. Tot op het einde bleef hij tussen de koortsaanvallen door bezig met diplomatie en correspondentie. Hij was chaotisch en wispelturig wat zijn bedienden vaak tot wanhoop dreef.

Hij was een liefhebber van boeken.

'Hij was een onverstoorbare, gulzige lezer geweest... maar ook een chaotische lezer... en door zijn leven van oorlogen gedwongen liet hij van Bolivia tot Venezuela een spoor van ruim vierhonderd mijl boeken en papieren na.'

Hij kreeg het moeilijker met lezen.

'Maar tegelijkertijd verminderde zijn belangstelling voor wát hij las, en dat schreef hij zoals gewoonlijk toe aan een oorzaak buiten zijn schuld. 

'Er zijn steeds minder goede boeken, dat is het,' zei hij.'

En zoals gewoonlijk, lag het niet aan hem.

Hij was al vroeg wees geworden en toen hij net twintig was, sinds kort ook weduwnaar. Hij bezat een fortuin, was diep onder de indruk van de kroning van Napoleon Bonaparte en was vrijmetselaar geworden. Aan de hand van zijn leermeester Simón Rodríquez had hij te voet vrijwel heel Europa doorkruist.

Hij had vele geliefdes en geen enkel kind.

De belangrijkste geliefde is Manuela Sáenz, die al zevenentwintig jaar onafgebroken zijn minnares is sinds de dood van zijn echtgenote. Zij was ook zijn vertrouwelinge, de bewaakster van zijn archieven en degene die hem het gevoelvolst voorlas. Toch kwam het nooit tot een formele liefde want de Generaal vond altijd wel een excuus om haar achter te laten. Het was een liefde van eeuwig vluchten. Hij bedrijft de liefde met aanzienlijke dames en met andere die minder aanzienlijk zijn. 

Dan is er nog zijn trouwe persoonlijke dienaar José Palacios, geboren als slaaf en die hem bij alles hielp en verzorgde. De generaal kende hem al van jongsaf aan en ze hebben samen alles meegemaakt. Zijn dienaar herinnerde hem vaak aan zaken die de Generaal niet meer wist.

Dan is er nog Antonio José de Sucre, zijn dierbare vriend die later vermoord werd en generaal Santander, zijn voornaamste vijand.

'Wat meneer denkt, weet meneer alleen.'

Zegt zijn trouwe dienaar wanneer hij besloot te blijven en vat goed de wispelturigheid samen waaraan de Generaal leed.

Op het einde van zijn leven voelde hij de schok van de openbaring die hem verbijsterde dat de dolle wedren tussen zijn kwalen en zijn dromen op dat moment de eindstreep bereikte. De rest was duisternis.

'Godverdomme, ' zuchtte hij. 'Hoe kom ik ooit uit dit labyrint!'

'Hij liet zijn blik vorsend en met helderziendheid van zijn avondschemering door het vertrek gaan en ontdekte voor het eerst de waarheid: het geleende laatste bed, de armzalige toilettafel met de troebele en geduldige spiegel die zijn beeld niet meer zou weerkaatsen, de gebarsten porseleinen lampetkan met het water en de handdoek en de zeep voor andermans handen, de harteloze haast van de achthoekige klok die voortijlde naar de onvermijdelijke afspraak op 17 december om zeven minuten over één van zijn laatste middag...'

Een buitengewoon boek over een buitengewone man.


2018 Website gemaakt door Linda Marie Vermeulen. Alle rechten voorbehouden
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin